Lezingen
Hieronder treft u een overzicht aan van mijn lezingen.
Het is vrijwel altijd mogelijk om een op maat gesneden lezing te bestellen, mits ruim van te voren wordt overlegd.
'REIZEN IS (VOGEL)VRIJ ZIJN’
Wie reisden er, laten we zeggen, van de middeleeuwen tot deze eeuw? En hoe was het om te reizen in die tijden? Wat waren de vervoersmiddelen, waar kon je als reiziger overnachten, welke gevaren bedreigden je onderweg? Hoe zorgde je ervoor dat je voldoende geld bij je had?
Tijdens deze lezing maken we een reis door de tijd, waarbij we een aantal aspecten van het reizen nader beschouwen. We kijken daarbij vooral ook naar reislustige vrouwen die over hun reizen geschreven hebben. Aspecten die in de lezing ook zeker aan de orde komen, zijn vragen als: waarom reizen mensen, zijn er verschillen tussen op reizen en op vakantie gaan en kunnen we tegenwoordig nog wel echt reizen, valt er nog iets te ontdekken?
Lezingencyclus "Kunst in tijden van oorlog"
Literatuur, muziek, beeldende kunst en architectuur rondom de Eerste Wereldoorlog
- Algemene inleiding over de oorlog
- ‘Berichten uit de Grote Oorlog’: literatuur op een scharnierpunt
- ‘Met de muziek mee’: muziek in tijden van oorlog
- ‘kunst in de loopgraven’: beeldende kunst voor, tijdens en na de Eerste Wereldoorlog
‘O, mijn gewenste weelde…’, zes eeuwen erotische en scabreuze poëzie
Erotische poëzie is van alle tijden. Denk aan de Griekse Sappho. Maar ook in de oudere Nederlandse literatuur zijn tal van erotische en scabreuze verzen te vinden. Bijvoorbeeld in het Gruuthusehandschrift, dat in 2007 verworven werd door de Koninklijke Bibliotheek, en dateert van rond 1400 , en in het Antwerps Liedboek uit 1544. Ook van dichters als Hooft, Huygens, Focquenbroch, en later Bilderdijk en Van Lennep is erotische poëzie bekend. Daarnaast waren er in de zeventiende en achttiende eeuw heel veel bundeltjes met schunnige liedjes die overigens vaak door heel eerbare jongemannen aan hun al even eerbare geliefde werden gegeven. In de twintigste eeuw zijn het serieuze dichters als Bloem en Geerten Gossaert die zich - onder pseudoniem - ook met het genre bezighouden. Erotische gedichten zijn doorgaans door mannen geschreven. Pas de laatste decennia laten ook vrouwen van zich horen.
Het wordt een vrolijke bijeenkomst: tal van erotische en scabreuze gedichten uit verleden en heden passeren de revue onder het motto ‘vrye vrolyke minnezangen kwetsen de ooren der zedigheid niet, maar vervrolyken den Geest, en dompelen de ziel in een bron van aardsche zaligheden.’
Vragen die echter ook opdoemen zijn: welke soorten erotica geschreven werden en worden, en door wie? Hoe worden vrouwen in deze poëzie uitgebeeld en waarom schreven vrouwen dit soort gedichten niet of nauwelijks.
'Als het over de liefde gaat tenminste’
De liefde heeft vele gedaanten en verschillende objecten. Deze lezing gaat in vogelvlucht door de Europese cultuurgeschiedenis van de liefde in haar vele verschijningsvormen: van homo-erotiek in de Griekse Oudheid, de liefde tot God in de middeleuwen, de oprechte trouw tussen man en vrouw in de zeventiende eeuw, de ontdekking van het kind een eeuw later, de negentiende-eeuwse vaderlandslandsliefde tot de liefde voor dieren in de twintigste eeuw. En alle soorten liefdes werden in de literatuur uitgebreid besproken.
'De vreemdeling in het land en in de literatuur'
Al sinds de middeleeuwen kwamen er ‘vreemdelingen’ in Nederland om hier hun toekomst te zoeken. Mensen met een ander geloof, een andere huidskleur, andere opvattingen. Zigeuners, joden, zwarten, Duitse seizoenarbeiders.
De roman De zwarte met het witte hart van Arthur Japin uit 1997 is een mooi voorbeeld van hoe het is om als buitenstaander in een vreemde samenleving je weg te vinden. Voor wie het boek niet kent: het is de geschiedenis van twee zwarte Ghanese prinsjes uit het midden van de negentiende eeuw die door de koning, die ook hun vader en oom is, in ruil voor talloze slaven meegegeven worden aan de Hollandse delegatie om in Nederland een westerse opvoeding te krijgen.
Maar meer dan dit particuliere verhaal is het een relaas over aanpassing en afweer, het bewaren of loslaten van je identiteit en integriteit, over de reacties en houding van de Nederlanders op mensen van een geheel andere cultuur en met een andere huidskleur.
Dat bracht mij bij de vraag hoe er door de eeuwen heen gereageerd werd op vreemdelingen, buitenlanders, die voor langere tijd of permanent in ons land kwamen wonen? Wat voor soorten buitenlanders zijn hier geweest? Raakten ze geïntegreerd in de Nederlandse cultuur? Werden ze uiteindelijk ook zichtbaar in de Nederlandse literatuur en zo ja, op wat voor manier? En hoe is dat tegenwoordig?